

De welomschreven Tao is niet de onveranderlijke Tao.
Geen enkele naam noemt zijn eeuwige naam.
Het onnoembare is de oorsprong van hemel en aarde;
benoemd is het de moeder van de tienduizend dingen.
Verlost van verlangen, zien we het mysterie;
vervuld van verlangen, zien we alles gemanifesteerd.
Twee namen komen voort uit één bron,
en beide worden mysterieus genoemd;
het mysterie zelf is de ingang om het te zien.
Tao Te Tsjing - Lao Tse.
In de Joodse traditie spreekt men van de God van Abraham, de God van Izaäk en de God van Jacob. Iedere keer wordt opnieuw gezegd: ‘de God van…’. Men doet dit omdat God zich aan elk van hen op een andere manier openbaarde. De God van Abraham, de God van Izaäk en de God van Jacob is ook de God van ieder mens afzonderlijk. Het is de God van jou, en de God van mij. Ook al hebben we daar elk een heel ander beeld bij. Ieder mens ervaart of ziet God op een andere manier.
Theologie is spreken over God. Christelijke theologie is het spreken over de God van de christelijke traditie. Een traditie is echter geen mens, dat het een eigen godsbeeld kan krijgen door openbaring of ervaring. Wanneer we het over de christelijke God hebben, dan hebben we het over het godsbeeld zoals dat in dogma’s en leerstellingen onder woorden wordt gebracht. De christelijke God is een drie-enige God, de God van de menswording in Christus. Dogma’s en leerstellingen bepalen en beperken het godsbeeld. Het is alsof men spreekt over de God van Abraham, Izaäk en Jakob, alsof hij voor allen gelijk was. We hebben het dan dus niet over de God van de individuele christen.
Men kan zich afvragen in hoeverre het eigen godsbeeld wordt bepaald door de traditie. Werd het godsbeeld van Abraham, van Izaäk en van Jacob bepaald door een traditie? Of is de traditie bepaald door de verhalen rondom deze personen? Moeten wij ons aanpassen aan de traditie(s)? Uiteindelijk is iedere traditie ooit begonnen met de religieuze ervaringen van enkelingen.
Toen ik theologie ging studeren, wilde ik graag over God spreken op een manier die voor ieder mens mogelijk zou zijn. Ik geloof in de God van alle mensen. Ook al heeft ieder mens afzonderlijk er een ander beeld van. Op mijn opleiding wordt echter hoofdzakelijk over God gesproken vanuit het christelijk perspectief. Ik ervaar dit als een grote beperking. Op die manier wordt er in veel redeneringen uit gegaan van vooronderstellingen. Het verhaal gaat dan niet meer op voor alle mensen.
Als wij een manier konden vinden om aan algemene theologie te doen, dan zouden we misschien de onderlinge verschillen tussen de godsdiensten kunnen overstijgen en tegelijk aan ieder afzonderlijk mens recht doen. We kunnen het dan hebben over de God van Abraham, de God van Jezus, de God van Mohammed, de God van jou en de God van mij.
Herfstbladeren knisperen onder mijn voeten. Ik ruik de kruidige geur van hars, vergane bladeren en vochtige bosgrond. Mezen piepen in de toppen van de bomen. Voor mij op het pad staan de verse pootafdrukken van een ree dat hier eerder deze ochtend langs kwam. Aan het eind van de dag kun je ze soms zien in een wei, vlak bij de bosrand.
Zo nu en dan klinkt er een harde tik wanneer er een tamme kastanje uit een boom valt. Tamme kastanjes groeien hier veel. De vruchten zijn eetbaar en worden door veel mensen geraapt.
Ik zie veel paddestoelen tijdens mijn wandeling. Vaak op oude boomstronken of op vochtige plekken in het bos. De meeste zijn bruin van kleur, vliegezwammen zie ik in dit bos maar nauwelijks. Een grote bonte specht laat zijn roep horen en vliegt tussen de bomen door. Verderop zitten enkele gaaien luidkeels te schreeuwen.