24 december 2007

07 december 2007

citaat van de maand

De welomschreven Tao is niet de onveranderlijke Tao.
Geen enkele naam noemt zijn eeuwige naam.

Het onnoembare is de oorsprong van hemel en aarde;
benoemd is het de moeder van de tienduizend dingen.

Verlost van verlangen, zien we het mysterie;
vervuld van verlangen, zien we alles gemanifesteerd.

Twee namen komen voort uit één bron,
en beide worden mysterieus genoemd;

het mysterie zelf is de ingang om het te zien.

Tao Te Tsjing - Lao Tse.

06 november 2007

De God van jou en mij

In de Joodse traditie spreekt men van de God van Abraham, de God van Izaäk en de God van Jacob. Iedere keer wordt opnieuw gezegd: ‘de God van…’. Men doet dit omdat God zich aan elk van hen op een andere manier openbaarde. De God van Abraham, de God van Izaäk en de God van Jacob is ook de God van ieder mens afzonderlijk. Het is de God van jou, en de God van mij. Ook al hebben we daar elk een heel ander beeld bij. Ieder mens ervaart of ziet God op een andere manier.

Maar wanneer mensen met elkaar over God praten, kunnen ze alleen overeenstemming bereiken als ze over datgene spreken waarin ze overeen komen. Een religieuze traditie kan dan een referentiekader vormen om over God te spreken. Binnen een godsdienst beleeft men gezamenlijk iets van het Goddelijke door religieuze handelingen en liturgie.

Theologie is spreken over God. Christelijke theologie is het spreken over de God van de christelijke traditie. Een traditie is echter geen mens, dat het een eigen godsbeeld kan krijgen door openbaring of ervaring. Wanneer we het over de christelijke God hebben, dan hebben we het over het godsbeeld zoals dat in dogma’s en leerstellingen onder woorden wordt gebracht. De christelijke God is een drie-enige God, de God van de menswording in Christus. Dogma’s en leerstellingen bepalen en beperken het godsbeeld. Het is alsof men spreekt over de God van Abraham, Izaäk en Jakob, alsof hij voor allen gelijk was. We hebben het dan dus niet over de God van de individuele christen.

Men kan zich afvragen in hoeverre het eigen godsbeeld wordt bepaald door de traditie. Werd het godsbeeld van Abraham, van Izaäk en van Jacob bepaald door een traditie? Of is de traditie bepaald door de verhalen rondom deze personen? Moeten wij ons aanpassen aan de traditie(s)? Uiteindelijk is iedere traditie ooit begonnen met de religieuze ervaringen van enkelingen.

Toen ik theologie ging studeren, wilde ik graag over God spreken op een manier die voor ieder mens mogelijk zou zijn. Ik geloof in de God van alle mensen. Ook al heeft ieder mens afzonderlijk er een ander beeld van. Op mijn opleiding wordt echter hoofdzakelijk over God gesproken vanuit het christelijk perspectief. Ik ervaar dit als een grote beperking. Op die manier wordt er in veel redeneringen uit gegaan van vooronderstellingen. Het verhaal gaat dan niet meer op voor alle mensen.

Als wij een manier konden vinden om aan algemene theologie te doen, dan zouden we misschien de onderlinge verschillen tussen de godsdiensten kunnen overstijgen en tegelijk aan ieder afzonderlijk mens recht doen. We kunnen het dan hebben over de God van Abraham, de God van Jezus, de God van Mohammed, de God van jou en de God van mij.

02 november 2007

citaat van de maand


Voor God is alles schoon, goed en rechtvaardig;
maar de mensen geloven dat het ene onrecht is en het andere recht.

- Heraclitus (540 v.C. - 480 v.C.)

25 oktober 2007

Herfst in het bos

Herfstbladeren knisperen onder mijn voeten. Ik ruik de kruidige geur van hars, vergane bladeren en vochtige bosgrond. Mezen piepen in de toppen van de bomen. Voor mij op het pad staan de verse pootafdrukken van een ree dat hier eerder deze ochtend langs kwam. Aan het eind van de dag kun je ze soms zien in een wei, vlak bij de bosrand.



Zo nu en dan klinkt er een harde tik wanneer er een tamme kastanje uit een boom valt. Tamme kastanjes groeien hier veel. De vruchten zijn eetbaar en worden door veel mensen geraapt.







Ik zie veel paddestoelen tijdens mijn wandeling. Vaak op oude boomstronken of op vochtige plekken in het bos. De meeste zijn bruin van kleur, vliegezwammen zie ik in dit bos maar nauwelijks. Een grote bonte specht laat zijn roep horen en vliegt tussen de bomen door. Verderop zitten enkele gaaien luidkeels te schreeuwen.





Lariks, spar, krentenboompje met de nu rode bladeren, berk, beuk, zomereik, amerikaanse eik, het bos om mij heen is gevarieerd. Varens langs het pad, lichtgroen mos tussen de bomen. Zonlicht valt schuin door de takken van de bomen. Het vredige groen omringt mij. Ik voel mij één met de natuur.


06 oktober 2007

Herfstaster

Het is herfst en dus bloeit de herfstaster in onze tuin weer prachtig lila. Er komen nog vlinders op af, zoals deze dagpauwoog die je hier op de foto ziet.

01 oktober 2007

citaat van de maand

Onder dit kopje wil ik aan het begin van iedere maand een citaat plaatsen. Hier het citaat van deze maand:

Jezus zei:
Wie alles kent,
maar niet zichzelf,
weet niets.

- Evangelie van Thomas, 67.





31 januari 2007

godsdienst of religie?

Een docent van mij zei: wanneer mensen van verschillende godsdiensten met elkaar praten, zijn ze het nooit eens, wanneer religieuze mensen met elkaar spreken, hebben ze het over hetzelfde. Godsdienst of religie, wat is dan het verschil?

Een godsdienst is het geheel der plechtigheden, leerstellingen en dogma's die gebruikt worden ter verering en aanbidding van (een) God. Religie komt van 'religare' wat 'weer verbinden' betekent. Het suggereert dat er iets verbroken is en dat religie het weer verbindt. Religie is het zorgvuldig beschouwen, het betrokken zijn op het transcendente. Religie zoekt ook naar herstel met het transcendente.
In een godsdienst heeft men het transcendente min of meer ingevuld. Men heeft een bepaald beeld van God en deze God moet gediend worden. Het godsbeeld van het Christendom is niet hetzelfde als het godsbeeld van de Islam, en daarom worden ze het nooit eens. Zij hebben niet dezelfde God.

Zowel buiten als binnen godsdiensten bevinden zich allerlei religieuze stromingen. In het Christendom kennen we de gnostiek en de mystiek; in de Islam de soefi; in het Jodendom de kabbala en chassidim. Wie teksten leest van Johannes van het Kruis, meester Eckhardt en Theresa van Avila, of wie teksten leest van Rumi en al-Arabí, zal tot de conclusie komen dat zij allen over hetzelfde spreken. Zij proberen het onnoembare, de religieuze ervaring met het transcendente, onder woorden te brengen. Religie staat veel opener ten opzichte van de beleving van het goddelijke. Misschien zouden de godsdiensten wat religieuzer moeten worden.