Herfstbladeren knisperen onder mijn voeten. Ik ruik de kruidige geur van hars, vergane bladeren en vochtige bosgrond. Mezen piepen in de toppen van de bomen. Voor mij op het pad staan de verse pootafdrukken van een ree dat hier eerder deze ochtend langs kwam. Aan het eind van de dag kun je ze soms zien in een wei, vlak bij de bosrand.
Zo nu en dan klinkt er een harde tik wanneer er een tamme kastanje uit een boom valt. Tamme kastanjes groeien hier veel. De vruchten zijn eetbaar en worden door veel mensen geraapt.
Ik zie veel paddestoelen tijdens mijn wandeling. Vaak op oude boomstronken of op vochtige plekken in het bos. De meeste zijn bruin van kleur, vliegezwammen zie ik in dit bos maar nauwelijks. Een grote bonte specht laat zijn roep horen en vliegt tussen de bomen door. Verderop zitten enkele gaaien luidkeels te schreeuwen.
Lariks, spar, krentenboompje met de nu rode bladeren, berk, beuk, zomereik, amerikaanse eik, het bos om mij heen is gevarieerd. Varens langs het pad, lichtgroen mos tussen de bomen. Zonlicht valt schuin door de takken van de bomen. Het vredige groen omringt mij. Ik voel mij één met de natuur.